Home

Algemeen

Samenvatting

Onze jaarrekening 2019 heeft een positief saldo van € 6.103.000. Daarmee is het resultaat € 4.981.000 voordeliger dan we vooraf in de begroting hadden geraamd. In die begroting (inclusief de begrotingswijzigingen) rekenden we al op een positief saldo (inclusief onvoorzien) van € 1.122.000.

Opbouw van verschillen

Hieronder maken wij duidelijk uit welke onderdelen het jaarrekeningsaldo bestaat.

Jaarrekeningsaldo 2019 

Onderwerp

Bedrag

Begrotingssaldo en onvoorzien na wijziging  

€ 1.122.000

Salarissen (inclusief voormalig personeel)

-/- € 1.130.000

Kapitaallasten

€ 538.000

Omgeving (vergunningen) 

€ 1.846.000

Gemeentefonds, inclusief prijscompensatie 

€ 794.000

Diverse mutaties boven € 100.000

€ 1.739.000

Overige mutaties onder € 100.000 

€ 1.194.000

Jaarrekeningsaldo 2019 

€ 6.103.000

In 2019 hadden wij al rekening gehouden met een positief rekeningsaldo van € 1.122.000. In de 1e en 2e bestuursrapportage 2019 hebben wij een aantal onderdelen aangepast. Het gaat onder andere om salarissen (inclusief Appa voorziening ) en kapitaallasten. Nu blijkt dat wij op sommige onderdelen te voorzichtig waren met het aanpassen van onze ramingen. Dat vertaalt zich nu door in het rekeningsaldo.

In het rekeningsaldo zitten ook voordelen van besluiten en verplichtingen uit 2019 die we niet helemaal uitgevoerd hebben. Wij willen deze besluiten en verplichtingen uit 2019 (helemaal) uit kunnen voeren in de jaren 2020 tot en met 2022. Daarom willen wij de volgende bedragen opnieuw bestemmen (€ 1.844.000)

  • budgetoverhevelingen 2019 naar 2020 tot en met 2022 (€1.403.000);
  • Toevoegingen aan reserves door de Decembercirculaire Gemeentefonds 2019 (€ 441.000)

In de cijfers hierboven hebben wij niet de tekorten van het Sociaal domein (=Jeugdwet, Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Participatie wet) opgenomen. Ons uitgangspunt blijft dat wij het Sociaal domein budgetneutraal organiseren. Dat betekent dat wij de tekorten dekken vanuit de reserve Sociaal domein.

Voor 2019 hebben wij geraamd dat de afname van de reserve sociaal domein € 4.205.000 zou zijn (onttrekking reserve € 5.849.000 en toevoeging € 1.644.000). Voor 2019 hebben wij hogere kosten (€ 463.000) dan verwacht door voornamelijk de Inkooporganisatie Jeugd. Hierdoor hebben wij meer uit de reserve moeten halen dan we vooraf hebben ingeschat. voor een bedrag € 4.668.000 (onttrekking reserve € 6.312.000 en toevoeging € 1.644.000). Deze reserve raakt dus ook eerder leeg. Het nadeel op Dethon in 2019 heeft een doorlopend effect in 2020 voor een bedrag van € 134.000. Voor het realiseren van een toekomstbestendig (budgetneutraal) sociaal domein hebben wij in de komende jaren een taakstelling opgenomen. 

Hieronder geven wij een toelichting op de grootste verschillen

Salarissen (inclusief Appa voorziening)
Wij hebben € 1.501.000 nadeel door een hogere toevoeging aan de voorziening Appa. Om toekomstige uitkeringen op peil te houden, moeten wij bij een lagere rentestand een hogere toevoeging aan de voorziening Appa doen. Pas eind 2019 was de rente bekend waar wij mee moeten rekenen. Wij hebben per saldo een voordeel van € 372.000 op de salarissen.

Kapitaallasten   
Het voordeel van de kapitaallasten  heeft te maken met lagere afschrijvingen op een aantal investeringen nog niet (volledig) gerealiseerd zijn. De afwijking bedraagt ongeveer 5% van de raming.   

Leges omgevingsvergunningen    
Wij rondden wij de omgevingsvergunningen af voor een aantal zonneparken. Deze zorgen voor incidentele meeropbrengsten aan leges van € 1.100.000. Deze incidentele hogere opbrengsten konden we vooraf niet voorzien. Ook de verantwoording van de leges van de Nieuwe Sluis zorgen in 2019 voor een veel hogere opbrengst. De inkomsten verantwoorden wij naar rato van de werkelijke uitgaven.

Gemeentefonds, inclusief prijscompensatie    
We hebben een voordeel van € 353.000 op de Algemene Uitkering inclusief decentralisatie uitkeringen (DU) en een suppletie- uitkering (SU). Deze DU's en SU bestemmen we naar die reserves. Hierdoor blijven de uitkeringen beschikbaar voor het doel waarvoor we ze hebben ontvangen.  

Daarnaast hebben we een voordeel van € 441.000. Dit komt omdat wij het bedrag dat wij bij de maartcirculaire 2018 voor prijsindexering in 2019 opgenomen hebben, niet helemaal nodig hadden. Van het oorspronkelijk bedrag € 877.000 hebben wij € 466.000 ingezet voor indexeringen van subsidies en bijdragen aan verbonden partijen.

Verschillende mutaties boven € 100.000
Het gaat hier om mutaties op toerekening aan  grondexploitatie en investeringen (€ -378.000), gas en elektra (€ 119.000), verkeer en vervoer (€ 278.000), onderwijs (€ 312.000), openbaar groen
(€ 123.000), volksgezondheid en milieu (€ 442.000) en overhead/organisatiekosten (€ 691.000).In deze onderdelen zitten ook voordelen van besluiten en verplichtingen uit 2019 die we overhevelen naar 2020 bij de bestemming van het resultaat.

Overige mutaties onder € 100.000
Dit bedrag bestaat uit verschillende kleinere posten.   

Een uitgebreidere uitleg over de voor- en nadelen staat bij onderdeel III toelichting op baten en lasten, analyse rekeningresultaat. Per programma maken wij de verschillen inzichtelijk tussen de gerealiseerde baten en lasten en de geraamde baten en lasten.

Bestemming resultaat

Hieronder maken wij duidelijk hoe we het resultaat (€ 6.103.000) bestemmen.

Bestemming jaarrekeningsaldo 2019 

Budgetoverhevelingen 2019 naar

2020

2021

2022

Camperplaatsen

100.000

Bedrijfsvoering

628.000

124.000

35.000

Water en Rioleringsplan 

161.000

DU verhogen taalniveau van status houders en DU maatsch. begeleiding

165.000

Overig

190.000

1.244.000

124.000

35.000

Te vormen / toevoegingen aan bestemmingsreserves

Reserve Klimaatbeleid (Decembercirculaire 2019)

264.000

Reserve Sociaal domein (Decembercirculaire 2019 - SU Integratie SD)

161.000

Reserve Gezond in de Stad (Decembercirculaire 2019)

16.000

Reserve Sociaal domein 

67.000

Reserve Onderuitputting Algemene Uitkering

500.000

Algemene reserve 

3.692.000

4.700.000

0

0

Jaarrekeningsaldo 2019

5.944.000

124.000

35.000

De budgetoverhevelingen 2019 t/m 2022 (€ 1.403.000) zijn nodig om besluiten en verplichtingen uit 2019 (volledig) uit te kunnen voeren in de jaren 2020 tot en met 2022. Een bedrag van € 4.700.000 voegen we toe aan de reserves.
De grootste toevoegingen aan de reserves lichten we hieronder toe.

Decembercirculaire Gemeentefonds 2019 (€ 441.000)
Bij de decembercirculaire hebben wij suppletie- (SU) en decentralisatie
uitkeringen (DU) ontvangen. Het gaat om de DU's Klimaatbeleid en Gezond in de Stad
en de SU Integratie Sociaal domein. Deze uitkeringen voegen wij toe aan die bestemmingsreserves.

Reserve Onderuitputting Algemene Uitkering (€ 500.000)
De ontwikkeling van de algemene uitkering gemeentefonds is belangrijk voor onze financiële positie. De verschillende circulaires in de loop van het jaar (mei, september en december) leiden tot onvoorspelbare financiële gevolgen. In de loop van het jaar blijkt vaak dat er bij het Rijk sprake is van onderuitputting. Dit betekent dat het Rijk minder geld heeft uitgegeven dan geraamd. Hierdoor krijgen de gemeenten ook minder geld. Dat noemen we de trap op trap af-methode.

Als dit beleid niet verandert, leidt dit nog een keer tot (een flinke) negatieve bijstelling in mei 2020. Wij verwachten volgens de eerste berichten een onderuitputting in 2019 bij het Rijk. Voor de onderuitputting voor 2019 (die in 2020 verrekend wordt) en het tekort van de Decembercirculaire 2019, zijnde € 352.000, wat verantwoord wordt in 2020 af te dekken, houden wij rekening met € 500.000.

Algemene Reserve (€ 3.692.000)

Wat overblijft van het rekeningresultaat voegen wij toe aan de algemene reserve. Dit bedrag is eventueel beschikbaar voor afwegingen op het gebied van onderwijshuisvesting (IHP).

Een uitleg over de overhevelingen en toevoegingen staat bij onderdeel III toelichting op baten en lasten, analyse rekeningresultaat.

Financiële positie

In 2019 hebben wij een incidenteel positief rekeningsaldo gerealiseerd. Dit resultaat voegen wij voor een groot gedeelte toe aan de reserves en voor een ander deel gebruiken wij dit in 2020 voor verplichtingen uit 2019. Dit eenmalige gunstige rekeningsaldo kunnen wij niet structureel gebruiken voor de ontwikkelingen in de komende tijd. Naast dit gunstige rekeningsaldo moeten hebben wij flinke tekorten op het sociaal domein.

Reservepositie (exclusief gerealiseerd resultaat)
De afgelopen jaren hebben we een groot deel van de voordelige rekeningresultaten toegevoegd aan de algemene reserve en bestemmingsreserves. De stand van de reserves is belangrijk voor de solvabiliteit en de financiële positie.

Jaarrekening

Begroting

Reservepositie per 31-12 (bedrag x € 1.000)

2017

2018

2019

2019

Algemene reserve

12.903

16.249

19.219

15.532

Bestemmingsreserves

27.074

27.316

21.526

27.021

Totaal reserves

39.977

43.565

40.745

42.553

We zien dat de reservepositie afgelopen jaar daalde. Dit komt door flinke onttrekkingen
(€ 4.668.000) aan de reserve sociaal domein. Door de voordelige uitkomsten van de jaarrekening 2018 hebben we de reservepositie van de gemeente kunnen versterken. In 2019 hebben we
€ 3.708.000 vanuit het resultaat 2018 toegevoegd aan de algemene reserve. Dit is vooral de reden voor het verschil tussen de stand van de algemene reserve bij de jaarrekening 2019 en die van de begroting 2019.

Het groter maken van het eigen vermogen doen wij door incidentele plussen toe te voegen aan onze algemene reserve. Door ook een groot gedeelte (€ 4.700.000) van het rekeningresultaat 2019 toe te voegen aan de reserves, stijgt het eigen vermogen in 2020. Dit hebben wij nog niet verwerkt in de tabel hierboven. Dat komt omdat de gemeenteraad nog moet besluiten over de bestemming van het rekeningsaldo 2019.

Een toelichting op de reserves staat bij onderdeel I Balans en toelichting, onderdeel reserves.

Schuldpositie
We hebben in 2019 één nieuwe langlopende lening afgesloten (€ 15 miljoen). Daardoor stijgt ook de totale schuldenlast licht met € 2,2 miljoen. Hierdoor zien we een daling van de solvabiliteit van 20,70% naar 20,30%.

Er zijn twee indicatoren die inzicht geven in de schuldpositie. Dit zijn de Debtratio en Netto schuld per inwoner. De Debtratio geeft het aandeel weer van het vreemd vermogen vergeleken met het balanstotaal. Netto schuld per inwoner is de schuld gedeeld door het aantal inwoners. De debt ratio stijgt licht omdat het vreemd vermogen hoger wordt. De Netto schuld per inwoner daalt omdat de totale schuld daalt (lang en kort geld). Voor een verdere toelichting over deze twee indicatoren verwijzen wij naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Jaarrekening

Begroting

Schuldpositie per 31-12 

2017

2018

2019

2019

Debtratio

80,90%

79,30%

79,70%

82,10%

Netto schuld per inwoner

2.907

2.807

2.660

2.952

Risico’s
Wij hadden in de begroting 2019 en in het begrotingsproces 2020 (medio 2019) een aantal financiële (rest)risico’s benoemd. Drie van deze risico’s hebben in 2019 geleid tot nadelige financiële gevolgen. Deze risico’s zijn:

  • Sociaal Domein (inclusief Dethon, GGD/IJZ en aanz)

De totale netto kosten zijn € 463.000  kosten zijn hoger geraamde netto kosten

  • Verbonden partijen

De bijdragen van enkele verbonden partijen zijn hoger dan de (geraamde) VZG-richtlijn.

  • Algemene uitkering gemeentefonds

De algemene uitkering daalt door ‘trap op, trap af’. Het algemeen deel van de algemene   uitkering daalde in 2019 met € 352.000 (verschil primitieve begroting 2019 en jaarrekening 2019).  Wij verwachten volgens de eerste berichten een onderuitputting in 2019 bij het Rijk. Voor de onderuitputting en het tekort van de Decembercirculaire 2019, zijnde € 352.000, wat verantwoord wordt in 2020 (verrekening in 2020) houden wij rekening met € 500.000.

Meer informatie staat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Investeringen  
In 2019 hebben we een bedrag van € 6.893.000 uitgegeven aan investeringen. Hiervan gaat
€ 2.615.000 over de investeringen van het investeringsprogramma 2019. Voor de investeringen voor de jaren voor 2019 hebben we een bedrag van € 4.278.000 uitgegeven. In de begroting 2019 stond een bedrag van € 10.835.000 voor het Investeringsprogramma 2019. In 2019 hebben we nog € 2.485.000 aan het investeringsprogramma toegevoegd. Dat brengt het totaal voor 2019 op € 13.320.000.
De uitgaven gaan voor het grootste deel naar wegen (€ 2.361.000), rioleringen (€ 1.540.000), afval (€ 877.000) en wonen en bouwen (€ 799.000). Voor de investeringen van het wegenbeheersplan, Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015 en het Water- en Rioleringsplan (WRP) 2019-2023 pakken we eerst de werkzaamheden op uit de eerdere investeringsprogramma's.

De werkzaamheden voor de wegen combineren we vaak met werkzaamheden aan de riolering. Dit vraagt een langere voorbereidingstijd. Voor riolerings (deel-)projecten afkomstig uit de jaarschijven 2015 t/m 2018 is er namelijk sprake van een (flinke) achterstand. Vooral bij rioolrenovaties en renovaties aan gemalen. Deze achterstand hebben wij voor een deel kunnen inlopen in 2019. Daarnaast hebben we een groot aantal projecten uit de jaarschijf 2019 in voorbereiding genomen. Drie van deze projecten waren eind 2019 ook bijna klaar.

In de bijlage van de jaarrekening staat de verantwoording van het investeringsprogramma.

Deze pagina is gebouwd op 06/25/2020 12:08:26 met de export van 06/25/2020 11:52:18