Onroerende-zaakbelasting (OZB)
De onroerende-zaakbelastingen (OZB) vormen de belangrijkste lokale heffing van de gemeente. Het karakter van deze heffing is dat het een algemene belasting is. De opbrengsten vormen een algemeen dekkingsmiddel voor uitgaven. Het tarief van de onroerende-zaakbelastingen is een percentage van de vastgestelde WOZ-waarde van de aangeslagen objecten. Voor de WOZ-waarden 2019 geldt als waardepeildatum 1 januari 2018. Bij de tariefbepaling van de onroerende-zaakbelastingen is naast de verhoging van 1,3% rekening gehouden met een prognose van de effecten van de gemeentelijke waardeontwikkeling van de onroerende zaken.
De opbrengst onroerende-zaakbelastingen raamden wij in de oorspronkelijke begroting op € 17.063.000. In de 2e begrotingswijziging 2019 hebben wij de (meerjarige) raming in overeenstemming gebracht met de prognose van Sabewa Zeeland uit haar 2e bestuursrapportage 2018. Wij verhoogden de raming van de opbrengst met € 561.000 naar € 17.624.000.
De werkelijke opbrengst is € 72.000 (0,4%) lager dan geraamd. Het verschil bestaat uit een saldo van hogere opbrengsten van OZB eigenaren woningen en lagere opbrengsten OZB eigenaren en gebruikers van niet-woningen. De meer opbrengst van eigenaren van woningen heeft te maken met hogere WOZ-waarden dan vooraf was geprognosticeerd. De lagere opbrengst OZB voor de niet-woningen wordt veroorzaakt door een correctie naar aanleiding van een bezwaar- en beroepsprocedure.