A. Lokale heffingen

Voorziening dubieuze debiteuren

Wij hebben een analyse gemaakt van de inbaarheid van de nog openstaande vorderingen per 31 december 2019. Wij onderscheiden de vorderingen van de gemeentelijke belastingen die Sabewa Zeeland voor ons uitvoert en overige vorderingen, zoals precariobelasting, leges voor (omgevings)vergunningen en nota's bedrijfsafval.

Voor de gemeentelijke belastingen hanteren wij een percentage van de openstaande posten per jaar, gerelateerd aan de ouderdom van de vorderingen. Deze percentages zijn volgens opgave van Sabewa Zeeland. Voor de overige vorderingen bepalen wij het risico op oninbaarheid per debiteur.

Zoals aangegeven onder het kopje ‘Precariobelasting’ in deze paragraaf, maakte het door de belastingplichtige bestreden bedrag van de aanslag precariobelasting 2018 onderdeel uit van de voorziening dubieuze debiteuren per 31 december 2018. Het bedrag van € 1.023.000 hebben wij in 2019 ontvangen. Dit bedrag voegen wij toe aan de risicovoorziening precariobelasting. In 2019 betaalde de belastingplichtige de volledige aanslag precariobelasting 2019. Het bestreden bedrag van deze aanslag (€ 1.028.000) voegen wij ook toe aan de risicovoorziening precariobelasting. Hierdoor maakt de precariobelasting geen onderdeel uit van de voorziening dubieuze debiteuren op 31 december 2019.

In verband met de te verwachten oninbaar verklaringen doteren wij in 2019 aan de voorziening dubieuze debiteuren € 157.000. In de begroting 2019 hadden wij rekening gehouden met een toevoeging aan de voorziening van € 50.000. Dit bedrag verhoogden wij in de 2e bestuursrapportage 2019 met € 47.000 tot € 97.000. Doordat de dotatie aan de voorziening hoger is, bedraagt het nadeel in 2019 € 60.000.

Per ultimo 2019 bedraagt de stand van de voorziening dubieuze debiteuren € 360.000. Wij verwachten dat hiermee het risico op oninbaarheid, van de per 31 december openstaande posten is afgedekt.