III Toelichting op baten en lasten

b. Toelichting baten en lasten per programma

Programma Sociaal domein

2019

2019

2019

2019

bedrag x € 1.000

geraamd primitief

laatste wijziging

werkelijk

verschil

Lasten

65.798

72.025

72.228

-204

N

Baten

15.881

15.408

15.840

431

V

Saldo

49.917

56.617

56.389

228

V

Mutaties reserves

0

-6.173

-6.573

401

V

Resultaat

47.201

50.444

49.815

629

V

Nadelig saldo van baten en lasten van het programma Sociaal domein

56.389.000

Ten opzichte van de gewijzigde begroting een voordeel van

228.000

Procentueel is dit:

0,40%

Wij verklaren dit verschil als volgt:

Totale afwijking baten en lasten

 €   228.000

V

Loonkosten eigen personeel

 €     8.000

V

Kapitaallasten

 €     3.000

V

Onderhoudskosten gebouwen (dekking res onderhoud) 

 € 348.000

V

 €  359.000

V

Totaal te verklaren afwijking

 € 131.000

N

Toelichting

Participatie
Wij hebben per saldo voordeel op de participatie van € 88.000.

  • Buiguitkeringen (€ 9.000 V);
  • Re-integratie (€ 79.000 V).


Het geringe voordeel op de BUIG is het resultaat van diverse plussen en minnen op de diverse bijstandsregelingen.
Het overschot op de re-integratie komt vooral door een niet geraamde bijdrage van de arbeidsmarkt Zeeland voor de regiofiche. Dit bedrag hebben wij als gedeeltelijke dekking gebruikt bij het indelen van het uitkeringenbestand.
Het per saldo tekort brengen wij ten laste van de reserve sociaal domein (zie mutatie reserves).


Wmo
Wij hebben per saldo een tekort op de Wmo middelen van € 21.000. Dit komt door de volgende  voor- en nadelen:

  • algemene voorziening huishoudelijke hulp (€ 230.000 N);
  • PGB Wmo begeleiding (€ 108.000 N);
  • Bijdragen aan CVV voor vervoersvoorzieningen (€ 165.000 V);
  • Positief saldo jaarrekening aan-z (€ 151.000 V) en overschot projectmiddelen (€ 63.000 V )
  • Overige (€ 62.000 N), waaronder subsidies opvang en beschermd wonen (€ 49.000 V), eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen (€ 45.000 V) en woningaanpassingen (€ 65.000 N).

Het nadeel op de algemene voorziening huishoudelijke hulp is ontstaan door de toename van 10% van het aantal unieke klanten ten opzichte van 2018 (1.035 t.o.v. 933). Bij de PGB Wmo is de oorzaak een hoger gemiddeld bedrag per budgethouder en een hoger uitputtingspercentage.
Op het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer (CVV) hebben wij voordeel van € 165.000 omdat de kosten van het leerlingenvervoer het  lager zijn. De uitkomst hiervan is lastig in te schatten. Bij de bijstelling van de bijdragen aan het CVV in 2019 is uitgegaan van de begroting 2020 van het CVV. Deze cijfers waren recenter dan die van de oorspronkelijke begroting 2019. Omdat de raming in 2020 toch hoger blijkt te zijn dan 2019 werkelijk hebben wij nu nog een voordeel.

Het per saldo tekort brengen wij ten laste van de reserve sociaal domein (zie mutatie reserves).


Jeugdhulp

Wij hebben een tekort op de Jeugdhulpmiddelen van € 584.000. Dit komt vooral door de volgende voor- en nadelen:

  • Jeugdhulp via de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland (€ 729.000 N);
  • PGB Jeugd (€ 102.000 V).

In 2019 is meer of duurdere jeugdhulp ingezet dan het totaal van de betaalde voorschotten aan de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland. Daarnaast vallen de kosten voor de Inkooporganisatie hoger uit omdat door de Zeeuwse gemeenten is gevraagd de kosten van een onderzoek door VanMontfoort te betalen. De kosten van dit onderzoek bedroegen € 80.000 en waren niet in onze begroting opgenomen. Tenslotte hebben klanten met een PGB niet het volledige bedrag ingezet.

Ten opzichte van 2018 zijn de bewindvoeringskosten met € 29.000 gestegen. Daarnaast een verhoging van de kosten voor niet uitstroombevorderende kinderopvang met € 50.000

Het per saldo tekort brengen wij ten laste van de reserve sociaal domein (zie mutatie reserves).


Overige onderdelen sociaal domein

Minimabeleid
Wij hebben per saldo een voordeel op het minimabeleid van € 65.000.  Dit komt vooral door de volgende  voor- en nadelen:

  • DU Armoedebestrijding onder kinderen (€ 119.000 V);
  • Bijzondere bijstand (€ 96.000 N);
  • Individuele Inkomens Toeslag (ITT) (€ 41.000 N);
  • Overige (€ 83.000 V), waaronder minder kwijtscheldingen € 28.000 V) en Terugvordering en verhaal bijstandsuitkeringen € 28.000 V).

Sinds een aantal jaren ontvangen wij structureel een bedrag van € 235.000 voor armoedebestrijding kinderen. Wij betalen hier onder andere stichting Leergeld van. Doorgaans is hiervan jaarlijks geld over, ook dit jaar weer. (€ 119.000). Omdat wij jaarlijks budget over hebben,  en er twee overschrijdingen (samen € 136.000) op minimabeleid zijn, hevelen wij het overschot  bedrag niet over naar 2020. Voor 2020 is weer een nieuw bedrag beschikbaar van € 242.000, iets hoger dan in 2019.
Bij de bijzondere bijstand is er nadeel door hogere bewindvoeringskosten € 30.000 en een verhoging van de kosten voor niet uitstroombevorderende kinderopvang met € 50.000.

Schuldhulpverlening
Wij hebben een voordeel op de minimabeleid van € 94.000. Dit komt door:

  • DU Schulden en armoede (€ 51.000 V);
  • Overige kosten- en opbrengstsoorten schuldhulpverlening (€ 43.000 V).

Wij ontvangen vanaf 2018 voor drie jaar een decentralisatie uitkering Armoede en schuld van gemiddeld € 85.000. Hiervan is in 2019 een bedrag van € 51.000 niet uitgeven. Bij de bestemming van het rekeningsaldo 2019 hevelen wij dit bedrag over naar 2020. Dit doen wij om samen met het bedrag van 2020 meer te kunnen inzetten op schuldhulpverlening. Dit als preventieve maatregel waarvan wij denken dat dit ten gunste komt van het sociaal domein.

Inburgering
Wij hebben een voordeel op de minimabeleid van € 177.000. Dit komt vooral door:

  • DU Maatschappelijke begeleiding en DU en DU Verhoging taalniveau statushouders (€ 117.000 V);
  • Inhuur personeel van derden (€ 48.000 V).

Wij ontvingen in 2019 twee Decentralisatie uitkeringen voor inburgering, de DU Maatschappelijke begeleiding van € 59.000 en de DU Verhoging taalniveau statushouders van € 63.000. Deze laatste ontvangen wij ook in 2020. Hiervan is in 2019 een bedrag van € 117.000 niet uitgeven. Bij de bestemming van het rekeningsaldo 2019 hevelen wij € 165.000 over naar 2020. Dit doen wij om voorbereidingen te treffen voor de nieuwe wet inburgering die in 2021 naar alle waarschijnlijkheid ingaat.
Het voordeel op het budget inhuur personeel is ontstaan door het later kunnen vinden van geschikte inhuurkrachten voor het behandelen van dossiers inburgering.


Mutaties reserves

Wij hebben voordeel van € 463.000 door een hogere onttrekking aan reserve sociaal domein om vooral ervoor te zorgen dat de budgetten binnen de sociaal domein wetten budgettair neutraal blijft. Daarnaast hebben wij nadeel door een lagere onttrekking aan het rekeningsaldo 2018 voor de monitor SD. Dit traject wordt nu uitgevoerd door de data-analisten waarvoor een aparte budget beschikbaar is.  Ook hebben wij nadeel omdat nog niet alle SROI zijn uitgevoerd. Om deze reden ramen wij deze onttrekking in 2020 opnieuw. Tenslotte hebben wij nadeel door het niet benodigd zijn van de € 40.000 voor verlengde jeugdzorg. Hiervan is voor een bedrag van € 26.000 niet gebruik gemaakt. Dit bekent ook dat in de bedragen van de jeugdhulp een lager uitgave zit, waartegen dit nadeel wegvalt. In 2020 ramen wij voor dit onderdeel gezien het lager gebruik afgelopen jaren een lager bedrag (€ 20.000).

Deze pagina is gebouwd op 06/25/2020 12:08:26 met de export van 06/25/2020 11:52:18